Terug naar overzicht

Trouwdienst Albert Hooijer en Phiona van Dam (27-05-2021)

  • 27/05/21 - 15:00u
  • Ds. K.N. Teeuwen
  • Anders: Anders:

vanuit Ned. Herv. Kerk in Voorthuizen

De liturgie van de dienst :

Finale uit Oratorium Jozef (instrumentaal)
(muziek: Marco den Toom
Tekst: Bert Noteboom & Judith Verward-van Beelen)

Geloofd zij onze God; geprezen zij Zijn Naam.
Loof Hem om Wie Hij is; om wat Hij heeft gedaan.
Geloofd zij onze God; Hem zij de heerlijkheid.
de lof, de eer; van nu af aan tot in de eeuwigheid.

Gezegend is de mens die op de Heere bouwt;
die altijd met Hem leeft; zich aan Hem toevertrouwt.
Aan God zij alle eer; aan God zij alle eer.
Hij alleen geeft ware vreugde. Hij alleen is onze Heer.

Laat ons tot zegen zijn voor mensen om ons heen;
getuigen van de hoop die is in God alleen.
Heer, houd ons dicht bij U en leid ons aan Uw hand
totdat wij bij U zullen zijn in het hemels Vaderland.

Geloofd zij onze God; geprezen zij Zijn Naam.
Loof Hem om Wie Hij is; om wat Hij heeft gedaan.
Geloofd zij onze God; Hem zij de heerlijkheid,
de lof, de eer; van nu af aan tot in de eeuwigheid.

Halleluja! Amen!

Binnenkomst bruidspaar 

Stil gebed

Votum en groet

Zingen 100 vers 1, 2, 3 en 4

Juich, aarde, juicht alom den HEER;
Dient God met blijdschap, geeft Hem eer;
Komt, nadert voor Zijn aangezicht;
zingt Hem een vrolijk lofgedicht.

De HEER is God; erkent, dat Hij
Ons heeft gemaakt (en geenszins wij)
Tot schapen, die Hij voedt en weidt,
Een volk, tot Zijnen dienst bereid.

Gaat tot Zijn poorten in met lof,
Met lofzang in Zijn heilig hof;
Looft Hem aldaar met hart en stem;
prijst Zijnen naam; verheerlijkt Hem.

Want goedertieren is de HEER;
Zijn goedheid eindigt nimmermeer;
Zijn trouw en waarheid houdt haar kracht
tot in het laatste nageslacht.

Geloofsbelijdenis

Zingen Lied 342 vers 1 en 4 (Weerklank)

God heeft Adam diep doen slapen
Uit zijn rib een vrouw gebouwd
Want Hij heeft de mens geschapen
Met een hart dat minnen zou.
Over beide wil Hij waken
Met zijn goedheid en zijn trouw.

Ga uw weg in goed vertrouwen,
God heeft u zijn kracht beloofd.
Op zijn woorden kunt gij bouwen,
wees voor andere stemmen doof.
Hij alleen zal u behouden,
blijf Hem volgen in geloof.

Gebed

Bijbellezing 

Exodus 33 vers 12-23

12 Toen zei Mozes tegen de HEERE: Zie, U zegt tegen mij: Laat dit volk verder trekken. U echter, U hebt mij niet laten weten wie U met mij meezendt, terwijl U Zelf gezegd hebt: Ik ken u bij uw naam, en ook: U hebt genade gevonden in Mijn ogen.

13 Nu dan, als ik dan genade heb gevonden in Uw ogen, maak mij toch Uw weg bekend. Dan zal ik U kennen, opdat ik genade zal vinden in Uw ogen. En zie aan dat deze natie Uw volk is.

14 En Hij zei: Moet Mijn aangezicht meegaan om u gerust te stellen?

15 Toen zei hij tegen Hem: Als Uw aangezicht niet meegaat, laat ons dan van hier niet verder trekken.

16 Want hoe moet het anders bekend worden dat ik genade gevonden heb in Uw ogen, ik en Uw volk? Is het niet daardoor dat U met ons meegaat? Daardoor zullen wij, ik en Uw volk, afgezonderd zijn van alle volken die er op de aardbodem zijn.

17 Toen zei de HEERE tegen Mozes: Ook dit woord dat u spreekt, zal Ik doen, want u hebt genade gevonden in Mijn ogen en Ik ken u bij uw naam.

18 Toen zei Mozes: Toon mij toch Uw heerlijkheid!

19 Maar Hij zei: Ík zal al Mijn goedheid bij u voorbij laten komen, en in uw aanwezigheid zal Ik de Naam van de HEERE uitroepen, maar Ik zal genadig zijn voor wie Ik genadig zal zijn, en Ik zal Mij ontfermen over wie Ik Mij ontfermen zal.

20 Hij zei verder: U zou Mijn aangezicht niet kunnen zien, want geen mens kan Mij zien en in leven blijven.

21 Ook zei de HEERE: Zie, hier is een plaats bij Mij, waar u op de rots moet gaan staan.

22 En het zal gebeuren, als Mijn heerlijkheid voorbijtrekt, dat Ik u in een kloof van de rots neer zal zetten en u met Mijn hand zal bedekken totdat Ik voorbijgegaan ben.

23 En zodra Ik Mijn hand wegneem, zult u Mij van achteren zien, maar Mijn aangezicht zal niet gezien worden. 

Openbaring 22:1-5

1 En hij liet mij een zuivere rivier zien, van het water des levens, helder als kristal, die uit de troon van God en van het Lam kwam.

2 In het midden van haar straat en aan de ene en de andere zijde van de rivier bevond zich de Boom des levens, die twaalf vruchten voortbrengt – van maand tot maand geeft Hij Zijn vrucht. En de bladeren van de boom zijn tot genezing van de heidenvolken.

3 En geen enkele vervloeking zal er meer zijn. En de troon van God en van het Lam zal daar zijn, en Zijn dienstknechten zullen Hem dienen,

4 en zullen Zijn aangezicht zien, en Zijn Naam zal op hun voorhoofd zijn.

5 En daar zal geen nacht zijn, en zij hebben geen lamp en ook geen zonlicht nodig, want de Heere God verlicht hen. En zij zullen als koningen regeren in alle eeuwigheid.

 

Zingen Psalm 121 vers 1, 2, 3 en 4

 ‘k Sla d’ ogen naar ’t gebergte heen,
Vanwaar ik dag en nacht
Des Hoogsten bijstand wacht.
Mijn hulp is van den HEER alleen,
Die hemel, zee en aarde
Eerst schiep, en sinds bewaarde.

Hij is, al treft u ’t felst verdriet,
Uw wachter, die uw voet
Voor wankelen behoedt;
Hij, Isrels Wachter, sluimert niet;
Geen kwaad zal u genaken;
De HEER zal u bewaken.

Zijn wacht, waarop men hopen mag,
Zal, daar zij u bedekt,
En u ter schaduw strekt,
De maan bij nacht, de zon bij dag,
In koud’ en gloed vermind’ren,
Opdat zij u niet hind’ren.

De HEER zal u steeds gadeslaan,
Opdat Hij in gevaar,
Uw ziel voor ramp bewaar’;
De HEER, ’t zij g’ in of uit moogt gaan,
En waar g’ u heen moogt spoeden,
Zal eeuwig u behoeden.

Preek met als thema: ‘Laat Uw aangezicht meegaan!’

Zingen Psalm 68 vers 10

Geloofd zij God met diepst ontzag!
Hij overlaadt ons, dag aan dag,
Met Zijne gunstbewijzen.
Die God is onze zaligheid;
Wie zou die hoogste Majesteit
Dan niet met eerbied prijzen?
Die God is ons een God van heil;
Hij schenkt, uit goedheid, zonder peil,
Ons ’t eeuwig, zalig leven;
Hij kan, èn wil, èn zal in nood,
Zelfs bij het naad’ren van den dood,
Volkomen uitkomst geven.

Huwelijksformulier

Omdat u Philippina van Dam en Albertus Gerrit Hooijer, die uw huwelijk hier in de kerk in het openbaar in Gods naam wilt laten bevestigen, in uw hart verzekerd mag zijn van de toegezegde hulp in uw verdriet, aangezien ook de gehuwden in de praktijk van het leven als gevolg van de zonde velerlei tegenspoed en leed overkomt, hoort daarom uit het Woord van God hoe eervol het huwelijk is. Het is een inzetting van God die Hem behaagt. Daarom wil Hij de getrouwden zegenen en bijstaan, zoals Hij beloofd heeft; hen die in ontucht leven en overspel bedrijven zal Hij echter oordelen en straffen. 

Inzetting 

Ten eerste behoort u te weten dat God, onze Vader, nadat Hij hemel en aarde geschapen had, de mens schiep naar Zijn beeld en naar Zijn gelijkenis. Nadat Hij de mens geschapen had, sprak Hij: Het is niet goed dat de mens alleen is; Ik zal hem een hulp maken die tegenover hem is. Toen deed de HEERE God een diepe slaap op Adam vallen, en hij sliep. En God nam een van zijn ribben en sloot haar plaats toe met vlees. En de HEERE God bouwde de rib die Hij van Adam genomen had tot een vrouw, en Hij bracht haar tot Adam. Toen zei Adam: Deze is ditmaal been van mijn gebeente en vlees van mijn vlees; men zal haar Manninne heten, omdat zij uit de man genomen is. Daarom zal de man zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aan- hangen, en zij zullen tot één vlees zijn. Daarom moet u er niet aan twijfelen dat het huwelijk aan God de Heere behaagt, omdat Hij voor Adam zijn vrouw geschapen en hem tot een vrouw gegeven heeft. Hiermee betuigt God dat Hij nog -vandaag de dag- een ieder zijn vrouw als met Zijn hand toebrengt. Daarom heeft de Heere Jezus het huwelijk ook hoog geëerd met Zijn aanwezigheid en Zijn wonderen te Kana in Galilea, om daarmee te betuigen dat het huwelijk door allen in ere gehouden behoort te worden. Hij wil de getrouwden Zijn hulp en bijstand altijd bewijzen, ook wanneer men dat allerminst verwacht. 

Doeleinden 

Opdat u in uw huwelijk naar Gods geboden en onder Zijn beloften godvruchtig mag leven, moet u ten tweede weten waartoe God het huwelijk heeft ingesteld. 

Het eerste doel is dat man en vrouw, door oprechte liefde verbonden, elkaar zullen toebehoren en elkaar trouw zullen helpen en bijstaan in alle dingen, die tot het tijdelijke en het eeuwige leven behoren. 

Het tweede is dat zij onder de zegen van God een gezin zullen stichten en de kinderen, wanneer die hun toevertrouwd zullen worden, in de kennis en vreze des Heeren zullen opvoeden, tot Zijn eer en tot hun zaligheid. 

Het derde is dat iedereen alle onreinheid en zondige begeerten zal vermijden en dat iedere man met zijn eigen vrouwen iedere vrouw met haar eigen man overeenkomstig Gods wil, met een goed en gerust geweten zal leven; en dat ons lichaam, als een tempel van de Heilige Geest, niet verontreinigd wordt. Indien iemand deze tempel van God schendt, God zal hem schenden. 

Wederzijdse verantwoordelijkheid 

Verder zult u weten, hoe de een zich tegenover de ander overeenkomstig het Woord van God gehouden is te gedragen. 

Ten eerste zult u, bruidegom, uw vrouw liefhebben, zoals Christus de gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar heeft overgegeven om haar te heiligen. Zoals Christus het hoofd, de wijsheid, de troost en de hulp van Zijn gemeente is, zó bent u het hoofd van uw vrouw om haar naar uw vermogen verstandig te leiden, te onderwijzen, te troosten en te beschermen. U zult verstandig bij haar wonen en haar haar eer geven. Overeenkomstig Gods gebod zult u getrouw en toegewijd in uw goddelijk beroep arbeiden om uw gezin met God en met ere te onderhouden en christelijke barmhartigheid te kunnen beoefenen. 

Ten tweede zult u, bruid, weten dat God u aan uw man ver- bonden heeft, gelijk de gemeente aan Christus verbonden is. U zult uw man liefhebben, respecteren en volgen in alle dingen die goed en rechtvaardig zijn, zoals de gemeente aan Christus onderdanig is. Het gebod van God en het voorbeeld van godvrezende vrouwen die op God vertrouwden en hun mannen dienden, zult u navolgen. Zo zult u uw man in alle goede en rechte dingen behulpzaam zijn, u zult aan uw gezin goede zorg besteden en het bewaren in de vreze des Heeren. U zult ook in eerbaarheid en godsvrucht wandelen, om anderen tot voorbeeld te zijn. 

Tot slot, bruidegom en bruid, houdt steeds in gedachtenis dat u beiden erfgenamen van de genade des levens bent. Zo zult u in wijsheid met elkaar samenleven en niet verbitterd tegen elkaar zijn, opdat uw gebeden niet verhinderd worden. 

Nu u, Philippina van Dam en Albertus Gerrit Hooijer, gehoord hebt dat God het huwelijk heeft ingezet en wat u daarin door Hem bevolen is, wilt u in dit heilig huwelijk zo leven, zoals u nu betuigt voor Gods gemeente, en verlangt u dat uw huwelijk bevestigd wordt? Wat is hierop jullie beider antwoord? Omdat er geen wettige bezwaren ingebracht zijn, waarom uw huwelijk niet bevestigd zou mogen worden, zo bevestige onze Heere God uw voornemen dat Hij u gaf. Uw begin is in de naam des Heeren, die hemel en aarde geschapen heeft. 

Willen jullie elkaar de rechterhand geven? 

Albertus Gerrit Hooijer, belijdt u hier voor God en Zijn heilige gemeente dat u genomen hebt en neemt tot uw vrouw Philippina van Dam? Belooft u dat u haar nooit zult verlaten, in goede noch kwade dagen, in rijkdom noch armoede, in ziekte noch gezondheid, tot de dood u zal scheiden? Belooft u dat u haar in liefde zult leiden en beschermen, zoals een godvrezend man aan zijn vrouw verschuldigd is? Belooft u ook dat u heilig met haar zult leven, haar trouw te zijn in alle omstandigheden overeenkomstig het heilig Evangelie? 

Philippina van Dam, belijdt u hier voor God en Zijn heilige gemeente dat u genomen hebt en neemt tot uw man Albertus Gerrit Hooijer? Belooft u dat u hem nooit zult verlaten, in goede noch kwade dagen, in rijkdom noch armoede, in ziekte noch gezondheid, tot de dood u zal scheiden? Belooft u dat u hem in liefde zult gehoorzamen en helpen, zoals een getrouwe vrouw haar man verschuldigd is? Belooft u ook dat u heilig met hem zult leven, hem trouw te zijn in alle omstandigheden overeenkomstig het heilig Evangelie? 

 

Zingen Psalm 134 vers 2 (ondertussen knielt het bruidspaar)

 

eft uwe handen naar omhoog,
Slaat naar het Heiligdom uw oog,
En knielt eerbiedig voor Hem neer;
Looft, looft nu aller heren HEER.

Inzegening

De Vader der barmhartigheid, die u door Zijn genade tot dit heilig huwelijk geroepen heeft, verbinde u met oprechte liefde en trouw, en geve u Zijn zegen. Amen.

Zingen Psalm 134 vers 3 (staande door gemeente)


Dat ’s HEEREN zegen op u daal’;
Zijn gunst uit Sion u bestraal’;
Hij schiep ’t heelal, Zijn naam ter eer;
Looft, looft dan aller heren HEER.

 

Overhandiging van de huwelijksbijbel 

Dankgebed

Collecte (na afloop van de dienst bij de uitgang)

Zingen Lichtstad met uw paar’len poorten

Lichtstad met uw paarlen poorten
Wond’re stad zo hoog gebouwd
Nimmer heeft men op deez’ aarde
Ooit uw heerlijkheid aanschouwd

Daar zal ik mijn Heer ontmoeten
Luist’ren naar zijn liefdestem
Daar geen rouw meer en geen tranen
In het nieuw Jeruzalem

Heilig oord vol licht en glorie
Waar de boom des levens bloeit
En de stroom van levend water
Door de gouden godsstad vloeit

Daar zal ik mijn Heer ontmoeten
Luist’ren naar Zijn liefdestem
Daar geen rouw meer en geen tranen
In het nieuw Jeruzalem

Wat een vreugde zal dat wezen
Straks vereend te zijn met Hem
In die stad met paarlen poorten
In het nieuw Jeruzalem

Daar zal ik mijn Heer ontmoeten
Luist’ren naar zijn liefdestem
Daar geen rouw meer en geen tranen
In het nieuw Jeruzalem

Zegen