- 14/04/18 - 12:00u
- Ds. Henk Messelink (Hattem)
- Anders:
- Dankdienst voor het leven van Annerieke Mul
Welkom in deze dankdienst voor het leven van zuster Annerieke Mul, die maandag 9 april 2018 overleed. De dienst is live mee te luisteren of later via een geluidsopname onderaan deze pagina terug te horen.
Kist wordt binnengedragen tijdens het luisterlied ‘Als alles duister is’ (Sela)
Kaarsen aansteken door kinderen
Welkom
Zingen: Stil, mijn ziel, wees stil (Opwekking 717)
Stil mijn ziel wees stil
en wees niet bang
voor de onzekerheid van morgen
God omgeeft je steeds
Hij is er bij
in je beproevingen en zorgen
God U bent mijn God
en ik vertrouw op U
en zal niet wankelen
Vredevorst vernieuw
een vaste geest binnen in mij
die rust in U alleen
Stil mijn ziel wees stil
en dwaal niet af
dwars door het dal zal Hij je leiden
stil, vertrouw op Hem
en hef je schild tegen de pijlen van verleiding
God U bent mijn God
en ik vertrouw op U
en zal niet wankelen
Vredevorst vernieuw
een vaste geest binnen in mij
die rust in U alleen
Stil mijn ziel wees stil
en laat nooit los
de waarheid die je steeds omarmd heeft
wacht wacht op de Heer
de zwartste nacht
verdwijnt wanneer het daglicht doorbreekt
God U bent mijn God
en ik vertrouw op U
en zal niet wankelen
Vredevorst vernieuw
een vaste geest binnen in mij
die rust in U alleen
Ik rust in U alleen
Gebed
Schriftlezing Job 3: 1-17, gelezen door Erik-Jan Smits
Daarna opende Job zijn mond en vervloekte de dag van zijn geboorte. Hij zei: ‘Laat de dag dat ik geboren ben vergaan, en ook de nacht die zei: “Een jongen is verwekt.” Laat die dag een dag van duisternis worden, laat God in de hemel er geen acht op slaan. Laat die dag niet baden in het licht. Laat het diepste donker hem omhullen, een dichte wolk hem bedekken en een zonsverduistering hem teisteren. Laat het donker die nacht wegnemen, zodat hij geen dag van het jaar vergezelt, en geen plaats vindt in de reeks van maanden. Laat die nacht onvruchtbaar worden – een nacht waarin geen vreugdekreet opklinkt. Laten zij die het licht wekken die dag vervloeken, zij die het wagen om Leviatan te verstoren. Zelfs de ochtendsterren zullen niet verschijnen, die dag verwacht vergeefs de komst van het licht en zal nooit de wimpers van het morgenrood zien. Hij opende de deuren van mijn moeders buik, hij hield het ongeluk niet voor mij verborgen. Waarom ben ik niet in haar schoot gestorven, niet gestikt toen ik ter wereld kwam! Hadden knieën mij maar niet ontvangen en borsten mij maar niet gezoogd! Dan zou ik nu geborgen in de aarde liggen, dan zou ik geen zorgen hebben, ik zou slapen, omringd door koningen en raadsheren, bouwers van paleizen, al vergaan tot puin, tussen machtigen die goud bezaten en die hun huis met zilver vulden. Was ik maar als een misgeboorte weggestopt, als een kind dat het licht nooit heeft gezien. In het dodenrijk worden de goddelozen stil, zij die uitgeput zijn, vinden daar hun rust.
Eerste overdenking
Zingen: Uit de diepten roep ik U (Psalmen voor Nu 130)
Uit de diepten roep ik U
Heer mijn God
Ik heb U nodig, Here luister
Nu ik schor gebeden fluister
Luister toch
Heer, luister toch
Als U niets dan zonden zag
Heer mijn God
Wie bleef in leven? Maar U wilt nu
Juist vergeven. Dus verdient U
Diep ontzag
Ons diep ontzag
Ik blijf wachten tot U komt
Heer mijn God
Ik blijf nog sterker op U wachten
Dan een mens in lange nachten
Wacht op licht
Het morgenlicht
Israël, hoop op de Heer
Hoop op God
Want Hij heeft zich aan jou verbonden
Hij verlost je van je zonden
Hij maakt vrij
Hij maakt jou vrij!
Schriftlezing Klaagliederen 3: 1-33, gelezen door Sander Mul
Ik ben de mens die te lijden heeft onder de stok van zijn toorn. Hij leidt mij en voert mij in een lichtloos duister. Tegen mij heft hij zijn hand op, steeds opnieuw, dag na dag. Mijn vlees en mijn huid doet hij wegteren, en al mijn botten breekt hij. Hij sluit mij in en omringt me met gif en tegenspoed. Hij laat mij in duisternis wonen, als de doden van eeuwen her. Hij trekt een muur rond mij op, ik kan er niet uit; zwaar zijn mijn bronzen ketenen. Al schreeuw ik en roep ik om hulp, hij wil mijn gebed niet horen. Hij verspert mij de weg met rotsblokken, mijn paden maakt hij krom. Als een beer loert hij op mij, als een leeuw in het verborgene. Hij dringt me opzij, hij verscheurt me en verwoest mijn leven. Hij spant zijn boog en kiest mij als doelwit voor zijn pijlen. Hij treft mij in het hart met de pijlen uit zijn koker. Dag na dag moet ik het ontgelden in het spotlied van mijn volk. Hij verzadigt mij met bittere kruiden, hij geeft me alsem te drinken in overvloed, hij laat me mijn tanden stukbijten op stenen, hij drukt mij neer in het stof. Mijn leven is verstoken van vrede, geluk is mij vreemd geworden. Steeds denk ik: Verdwenen is mijn glans, vervlogen mijn hoop op de HEER. Gedenk mijn nood en mijn zwervend bestaan, de alsem en het gif. Telkens als ik mijn lot overdenk, ben ik diep terneergeslagen. Toch geef ik de hoop niet op, want hieraan houd ik vast: Genadig is de HEER: wij zijn nog in leven! Zijn ontferming kent geen grenzen. Elke morgen schenkt hij nieuwe weldaden. Veelvuldig blijkt uw trouw! Ik besef: mijn enig bezit is de HEER, al mijn hoop is op hem gevestigd. Goed is de HEER voor wie hem zoekt en alles van hem verwacht. Goed is het geduldig te hopen op de HEER die redding brengt. Goed is het als een mens zijn juk draagt in zijn jeugd. Laat hij neerzitten, eenzaam en geduldig, als het hem wordt opgelegd. Laat hij zich neerwerpen en stof likken, misschien is er hoop. Laat hij zijn wang bieden aan wie hem slaat, laat hij verzadigd raken van hoon. Want de Heer verwerpt niet voor eeuwig. Als hij leed berokkent, ontfermt hij zich ook, zo groot is zijn genade; slechts met tegenzin brengt hij leed en rampspoed over de mensen.
Tweede overdenking
Zingen: Zie hoe Jezus lijdt voor mij (Sela)
Het derde en vierde couplet van dit lied waren voor Annerieke van veel betekenis: de overwinning op de angst, het lijden en de dood is behaald en wordt gevierd tijdens het paasfeest.
Zie hoe Jezus lijdt voor mij,
aan het kruis de dood nabij.
Die voor mij het oordeel draagt;
Hij die tot zonde wordt gemaakt.
Wat een offer – Hij voor mij!
Wie wil worden zoals Hij?
Zoveel pijn, ongerechtigheid,
is op Hem die voor mij strijdt.
Zie hoe Jezus biddend strijdt
met de pijn, verlatenheid.
Zo alleen, verwond roept Hij:
Mijn God, waarom verlaat U mij?
Zie wat Jezus heeft gedaan;
in zijn lijden heeft doorstaan.
Zoveel liefde verwondert mij;
niemand heeft zo lief als Hij.
Als de Heer zijn leven geeft
vlucht de dag, de aarde beeft.
Zelfs de dood verliest haar macht
als Jezus roept: het is volbracht!
Waarlijk Hij is Zoon van God,
die voor ons gekruisigd wordt.
Door zijn wonden genezen wij;
in zijn dood maakt Hij ons vrij.
Heel de schepping slaakt een zucht;
zij ontwaakt, het duister vlucht.
Jezus leeft, is opgestaan;
Hij roept ons uit de dood vandaan.
Juich, want Hij, mijn Here leeft!
Hij die overwonnen heeft.
Nooit meer tranen en nooit meer pijn;
nooit van God verlaten zijn.
Juich want Hij, mijn Here leeft!
Hij die ons de toekomst geeft.
Nooit meer tranen en nooit meer pijn;
nooit van God verlaten zijn.
Woord van herinnering: Dick Mul
Luisterlied: Aan ’n zijden draad (Ralph van Manen)
Met dit lied wilde Annerieke iedereen bedanken die haar in de afgelopen periode gesteund heeft door middel van kaarten, gebed, troost en
aanwezigheid.
“Zul je bij mij zijn?
Zul je naast me staan?
Als ik het zonder jou niet dragen kan.
Als de last te zwaar wordt voor een mens alleen.
Zul je bij mij zijn?”
Schriftlezing Openbaring 21: 1-4, gelezen door Jeroen Mul
Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij, en de zee is er niet meer. Toen zag ik de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen, bij God vandaan. Ze was als een bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man en hem opwacht. Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: ‘Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.’
Derde overdenking
Gebed
Woord van herinnering: Jan Mul
Lied: Ga met God en Hij zal met je zijn (Liedboek 416)
Ga met God en Hij zal met je zijn,
jou nabij op al je wegen
met zijn raad en troost en zegen.
Ga met God en Hij zal met je zijn.
Ga met God en Hij zal met je zijn:
bij gevaar, in bange tijden,
over jou zijn vleugels spreiden.
Ga met God en Hij zal met je zijn.
Ga met God en Hij zal met je zijn:
in zijn liefde je bewaren,
in de dood je leven sparen.
Ga met God en Hij zal met je zijn.
Ga met God en Hij zal met je zijn,
tot wij weer elkaar ontmoeten,
in zijn naam elkaar begroeten.
Ga met God en Hij zal met je zijn.
Dankwoord namens familie: Aart Mul
Zegen
Bij het uitdragen van de kist: luisternummer ‘Joy follows suffering’ (Michael W. Smith, Glory)
Deze muzikale vertolking van ‘Vreugde na lijden’ is door Annerieke uitgekozen om het vreugdevolle perspectief dat het biedt door alle lijden heen. U wordt verzocht de kerk na afloop van dit luisternummer in stilte te verlaten.
Na de samenkomst zal Annerieke om 14.00 uur worden begraven op gemeentelijke begraafplaats De Plantage, Narcissenstraat 260 in Barneveld. Na de begrafenis is er alle ruimte voor condoleren en ontmoeting in de aula van de begraafplaats.