Met Ruth op weg naar Kerstfeest 2012

In deze adventstijd zijn we op de adventszondagen, zowel in de bijbelklassen 1 tot en met 4 als in onze zondagse diensten, bezig met het boek Ruth.

Ds. Willem Smouter preekte op 2 december in de avonddienst over Ruth 1; op 9 december kwamen we in de avonddienst bij de bespreking van het geslachtsregister van Jezus uit Matt. 1 ook Ruth tegen en lazen Ruth 2; op 16 december hoopt ds Wieb Dijksterhuis in de ochtenddienst te preken over Ruth 3 en ds Henk van der Velde zal de serie afsluiten met Ruth 4 in de avonddienst op 23 december.

 
Van der Velde meldt: ,,De Moabitische asielzoekster Ruth werd één van de moeders van Jezus die genoemd wordt in de lijst van zijn voorouders in het eerste hoofdstuk van het Nieuwe Testament. Ze zei tegen haar schoonmoeder Naomi: ‘Uw volk is mijn volk en uw God is mijn God. Waar u sterft, zal ik ook sterven, en daar zal ik begraven worden. De HEER is mijn getuige: alleen de dood zal mij van u scheiden.” (Ruth 1: 16-17) Met haar dienende houding dwong ze respect af in Bethlehem en Boaz erkent dat in Ruth 2: 11-12 wanneer hij zegt: “Moge de HEER je daarvoor rijkelijk belonen – de HEER, de God van Israël, onder wiens vleugels je een toevlucht hebt gezocht.”
Die woorden hebben grote indruk op Ruth gemaakt want later, wanneer ze zichzelf op de dorsvloer aan Boaz aanbiedt, gebruikt ze soortgelijke woorden: “Ik ben Ruth, uw dienstmaagd, spreid uw vleugel (letterlijk: uw kleed) uit over uw dienstmaagd, want u bent de losser.” Boaz wordt zo zelf het instrument dat de zegenwens uitvoert die hij Ruth gaf. Hun zoon krijgt de naam Obed, wat dienaar betekent. Het is een naam die heel het boek Ruth samenvat want Naomi, Ruth en Boaz dienden de HEER en ze dienden elkaar.”
 
,,We lezen het boek Ruth in deze adventstijd omdat het nederige karakter en de dienende  geest van Ruth nog altijd een voorbeeld voor ons is. Ze lijkt daarin op Maria, de moeder van Jezus, die op het bericht van de engel dat ze zwanger zal worden reageert met: “De HEER wil ik dienen; laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.” (Lukas 1:28) Hun bereidwilligheid maakte deze eenvoudige vrouwen tot gewillige instrumenten in Gods hand. Wie zo door het leven gaat blijkt door de HEER te worden gezegend.”