Column Kijker


Luisteren met je ogen

Kijker lette in zijn kerkjeugdperiode overal op, behalve op de predikant. De jonge Kijker telde het aantal ringen van de cirkelvormige lampen aan het plafond, vroeg zich af waarom er toch altijd een wit kleedje over een beker en schaal met brood werd gedaan, zocht oogcontact met medelotgenoten en hoopte vurig dat het déze keer allemaal maar niet te lang zou duren.

De geest uit de fles?

Dat begint leuk, denkt Kijker, als hij op zijn stoel de juist uitgedeelde flyer met daarop een korte samenvatting van de preek bestudeert. Is het een dienst over alcoholverslaving en krijg je gelijk al een drinkadvies: ‘Door de Geest van God heb je alcohol meer nodig om met anderen om te kunnen gaan en het goed te hebben’.

Nou, die zit. Stevig standpunt. Hup, armen over elkaar en kijken hoe dit Bijbels onderbouwd wordt! Ander is de geest echt uit de fles, lijkt Kijker. Dominee Wieb wijst erop dat we alcoholverslaving vaak als het probleem van een ander zien. En dat de Bijbel eigenlijk helemaal geen probleem met alcohol heeft. Sterker: Jezus hield zelf ook van wijn en zorgde ervoor dat het bruiloftsfeest kon doorgaan in Kana.

Maar…

Ja, die ‘maar’ kon je natuurlijk op je klompen aanvoelen. Verslaving en dronkenschap zijn niet echt vruchten van de Geest, om het zo maar eens te zeggen. Dat ziet Kijker ook zo. Daar staan ook voorbeelden van in de Bijbel. Neem een Noach, of de dochters van Lot en wat te denken van Uria…
Boeiend vindt Kijker de opmerking die dominee Wieb maakt over de vraag waar jij je mee laat vullen: met alcohol of met de Heilige Geest?
Alcohol leidt tot vervreemding, het echte contact met mensen is er niet langer. Mensen drinken omdat ze bang zijn, meent de predikant. Dijksterhuis vergelijkt de alcohol zelfs met harddrugs. (Had hij ook gehoord van een deskundige hoor, maar het zet het onschuldig ogende vocht in bruine flesjes in de supermarkt toch in een ander daglicht.)
Het vraagt wijsheid om met alcohol om te gaan, concludeert hij. En tot zijn schrik blijkt uit onderzoeken dat jongeren steeds jonger gaan drinken. Ouders, geef een goed voorbeeld! Het klinkt een tikkie moraliserend, maar eigenlijk heeft-ie driehonderd procent gelijk, vindt Kijker. Hoewel hij ook weet dat uit onderzoek blijkt dat jongeren zich op een bepaalde leeftijd nog meer aantrekken van een vriendengroep dan van ouders.

‘Wordt niet dronken van wijn, maar vol van de Geest’, is zijn tip uit Efeze 5 vers 18. Wie de fles belangrijker vindt dan een relatie met God, zet zijn toekomst bij Hem op het spel. Dat is nogal wat! Je kunt je dus beter in verbinding stellen met de Heilige Geest en Hem de leiding geven.
Drankmisbruik leidt tot bandeloosheid, remmen vallen weg. En dan is het moeilijk maat houden, meent hij. Doet me denken aan iemand die ik ken en regelmatig een Heineken-injectie neemt: ‘Geniet en drink met je maten’, is zijn motto.

Indrukwekkend en moedig is het openhartige verhaal van een gemeentelid over het verdrietige einde van een broer, een christelijke broeder, die de fles niet kon laten staan. Je kan een speld horen vallen als ze in hoofdlijnen schetst wat er gebeurd is en hoe de familie machteloos toekeek. Het was een keiharde strijd tussen de fles en de Geest. Waarbij diegene vlak voor zijn dood concludeerde dat het goed zou komen tussen hem en God… Maar simpel was het niet. Tsjonge. Bij zo’n verhaal wordt je even heel stil. En ja, het kan inderaad iedereen overeenkomen. Niemand kiest voor een verslaving, helemaal mee eens.
Zo’n verhaal maakt het thema ineens tastbaar. Hier gaat het dus over.

Blijft Kijker met het briefje op schoot peinzen over het drinkadvies… Intussen schuifelt de ouderling van dienst naar de dominee, wijst op het papiertje, waarna dominee Wieb een brede glimlach tevoorschijn tovert. Blijkt-ie het woordje ‘niet’ vergeten te zijn. Moet de zin worden: ,,Door de Geest van God heb je alcohol NIET meer nodig om met anderen om te kunnen gaan en het goed te hebben.’’
Oef.. gelukkig.

Kijker


De Bijeenkomst

Zachtjes sluipt Kijker naar binnen. De Bijeenkomst is al begonnen. ‘Wat een enorme vijver om in te vissen!’, denkt hij, als hij voorzichtig vanachter een pilaar de zaal aanschouwt.

 


Goedemorgen!

Je hebt van die ansichtenkaarten met postzegelfotootjes en daarover de tekst ‘Groeten uit…’ U kent ze vast wel. Geen onpersoonlijker boodschap dan zo’n persoonlijk bedoelde groet, vindt Kijker.
Toch is de intentie van zo’n bericht niet verkeerd: er wordt contact gezocht. Er is aan je gedacht toen de kaart op de bus werd gedaan. Zo is het ook met een kaart die iemand ontvangt als hij of zij ziek is, die wordt vaak méér dan gedacht op prijs gesteld.

Ook in onze gemeente ziet Kijker dat om zich heen gebeuren.
Achter de korte bedankregeltjes in een kerkblad zit vaak een heel verhaal.
En hoe simpel kan het zijn om even een bemoediging op de bus te doen. Of een belletje te plegen als bekend wordt dat er ergens wat speelt. Ook de wekelijkse bloemengroet in de kerk is een prima uiting van belangstelling tonen. Zo kijk je naar elkaar om!

Dat brengt mij bij de wekelijkse begroeting in onze kerk, aan de deur. U weet wel, de mensen van de ‘Drempeldienst’ (staat altijd keurig zodanig ook vermeld in het kerkblad). Grappig hoe de benaming van deze ‘functie’ eigenlijk tegengesteld is aan het doel: mensen hartelijk welkom heten en daarmee drempels wegnemen. ‘Drempel-weg-dienst’ klinkt al beter. Of, nog beter: ‘Begroetingsdienst’.

En ja, het lijkt wellicht zo gewoon dat er altijd maar weer mensen klaar staan om een hartelijk ‘Goedemorgen!’ te zeggen. Maar het heeft echt een functie: we zijn blij elkaar (weer) te ontmoeten rondom onze Heer en spreken dat naar elkaar uit. Juist in een tijd waarin misschien weleens wat te weinig uitgesproken wordt, is het goed elkaar expliciet te begroeten en soms een spontaan vervolgpraatje te maken. Zo voelt iedereen zich gekend, ook diegene die misschien wel een beetje schuchter snel door wilde lopen.
Ha, ik zie het al voor me. Drempelbewaarders bij de deur met een megafoon zo’n persoon naroepen: ‘Hé jij daar, ik heb je wel gezien!! Goe-de-mor-gen!!’. Sorry, Kijker draaft wat door. Dan wordt het toch bijna weer ‘Drempeldienst’.

Zelfs de dominee verwacht tegenwoordig ‘weerwoord’ als hij de gemeente bij aanvang van de dienst begroet. Leuk, die interactie. Kijker moet altijd een beetje grinniken als het aanzwellende gemompel op gang komt nadat het sein ‘nu jullie’ is gegeven. Altijd weer dat punt: wie begint er…
Maar, dacht Kijker laatst, stel dat je net echt met je verkeerde been uit bed, in de kerk bent gestapt. Armen over elkaar, sjacho gezicht (je hebt ze, Kijker heeft ze gezien!). Komt de dominee aan met een vrolijk ‘Goedemorgen broeders en zusters!’, zwaait een rondje met z’n hand, zo van: en nu jullie…
Wat moet je dan als je op zich eerlijk wilt zijn? ,,Dat bepaal ik zelf wel dominee!” wordt het dan. Hmm… of dat nu zo geslaagd is. Maar ja, een nep-begroeting is dan ook geen optie. Gaat gewoon niet werken als het niet gemeend is.

Ik zal eens informeren bij die drempel-weg-mensen.
Die hebben vast ervaring.

Gegroet!

Kijker


Kinderavondmaal

Zondagmorgen. Met een ‘blij-dat-ik-het-weer-op-tijd-gered-heb-deze-morgengevoel’ ploft Kijker neer op de stoel in de aula van het Johannes Fontanus College. Langzaam druppelt de zaal vol, terwijl de beamermededelingen in sneltreinvaart op het projectiescherm voorbijflitsen. Aha, daar is het bekende Tom-Tomkaartje voor ‘hoe te lopen’ naar de avondsmaalstafel deze morgen. Goed systeem hoor, we kunnen door in groepen om de beurt naar voren te lopen, op deze manier met honderden mensen aan dezelfde tafel zitten. Zo kunnen we de eenheid in geloof ervaren.

Kijker herinnert overigens dat een niet-gelovige collega hem ooit eens met een diepe, niet begrijpende frons aankeek toen mijn gelovige collega en ik het hadden over het AVONDmaal op zondagMORGEN. Leg dat maar eens uit (!)

Best belangrijk om te weten wat het avondmaal symboliseert, moet dominee Wieb vandaag gedacht hebben. Ook voor kinderen. Dus mogen zij, voordat ze even later naar de bijbelklas gaan, daarom eerst even plaats nemen aan de witgedekte avondmaalstafel vooraan in de zaal.
De gebruikelijke aarzeling op de uitnodiging volgt, maar als het eerste schaap vooraan bij de herder is, volgen er snel meer. Een prachtig gezicht, denkt Kijker,  genietend als ze parmantig vooraan zie zitten. Kinderen kunnen hun geloof ook zo oprecht beleven. Daar kun je wat dat betreft als volwassenen een voorbeeld aan nemen. Dominee Wieb begint aan de vertaalslag van het verhaal over zondige mensen-afwassing-kruisiging en opstanding. Da’s nog niet zo simpel, merkt Kijker. En volgens Kijker vindt hij dat ook. Toch moedig dat hij deze poging waagt! Jong geleerd…

Dominee Wieb laat ook zien dat het brood gewoon brood is. Niks magisch dus. Het is van dat brood waar je ook pindakaas op doet, verduidelijkt hij. Ah, die wordt gesnapt. Broodgewoon dus. Maar het wordt juist bijzonder door de betekenis die het krijgt, datzelfde geldt voor de wijn, legt hij uit. Daarmee zet hij een dikke streep onder het belang van de tekenen die Jezus ons gaf. ,,Hier, kijk nog even’’, zegt de predikant. En hij houdt het bord met brood pal onder nieuwsgierige neusjes.
Naast Kijker stoot een meisje dat niet naar voren durfde, hem aan. Met een serieuze blik vraagt ze: ,,Haalt de dominee dat brood bij Albert Heijn?’’ ‘Nou, eh… dat zou kunnen, maar dat doet hij geloof ik niet zelf’, antwoordt Kijker. ,,Nee, ik bedoel de supermarkt, welke?’’ Hmm… als die uitleg van dominee Wieb over de betekenis van het avondmaal zo is overgekomen, dan wacht de ouders van deze jongedame nog een schone taak. Ach ja, het is ook lastig: leg maar eens aan een kind met onschuldig blauwe kijkers uit dat-ie zondig is en dat daarvoor de Zoon van God tot bloedens toe aan een kruis werd gespijkerd. Lastige, maar wezenlijke materie.

Bij het zien van de avondmaalstafel vol kinderen en het brood dat getoond wordt, dringt een intrigerende gedachte zich bij Kijker op: ‘Stel dat één van hen nu eens zou vragen: mag ik eens proeven, dominee?’ Wat zou dominee Wieb daarop geantwoord hebben?

De symboliek van het moment schreeuwt daarnaast om een antwoord. Mogen kinderen meedoen, nu het hen is uitgelegd? Ergens heb ik het idee dat dát niet helemaal de bedoeling was van dominee Wiebs mini-lezing. Maar toch, hè? Als volwassene luister je anders dan een kind. Wat zou Jezus hebben gedaan met Kijkers grote-mensen-vraag?

Kijker